Voor de leden:

 

Klik HIER voor alle informatie over het opheffen van de buurtvereniging

 






Noaberhulp op een moderne wijze....



Hoewel de meeste mensen bij het woord "buurtvereniging" al snel denken aan een gezellige club mensen die samen als bewoners van een straat bijvoorbeeld een buurtfeest of barbeque organiseren, gaat het hier toch om iets geheel anders.

Buurtvereniging "De Oude Bouw en Omstreken" - in de volksmond "De Buurt" - is opgericht in de begin jaren '30 van de vorige eeuw en daarmee de oudste buurt van Westerhaar-Vriezenveensewijk. Om een beetje een indruk te krijgen van de ontstaansgeschiedenis van de buurtvereniging, eerst een klein stukje historie.

Ten tijde van de oprichting van De Buurt woonden er in ons dorp voornamelijk veenarbeiders met hun gezinnen. Noaberhulp (burenhulp) was toen nog vanzelfsprekend. Iets wat daar ook bij hoorde was dat men elkaar als buren te hulp kwam wanneer er een sterfgeval in een gezin plaats vond. Zo hielpen de directe buren met het wassen en kisten (in de kist leggen) van de overledene.
Tijdens de uitvaart waarbij de kist met de overledene in een lijkkoets, getrokken door twee paarden met zwarte dekens over vervoerd werd, kwam men op weg naar de begraafplaats aan de sibculoseweg ook langs de toenmalige Rehobothschool. De aanspreker liep hierbij voor de koets uit en de familie volgde te voet achter de koets. Als de schoolkinderen op het moment van het passeren van de rouwstoet toevallig speelkwartier hadden moesten zij uit eerbied voor de overledene allemaal met de rug tegen de muur gaan staan tot de stoet voorbij was.

Omdat de dorpsbewoners vaak zo arm waren dat ze niet eens geld hadden om een paar fatsoenlijke schoenen of 's winters een dikke jas te kopen om naar de kerk en de begravenis aan te trekken, is min of meer uit pure noodzaak De Buurt opgericht. Kreeg je als lid van de buurt te maken met een sterfgeval in je gezin, dan ging men bij de overige leden langs de deur om van ieder een klein bedrag op te halen om hiermee het gezin van de overledene financieël tegemoet te komen. In het begin ging dat om een bedrag van ongeveer 15 tot 25 cent.

Tot in 2001 heeft men dit systeem gehanteerd waarbij er op het laatst 2 gulden per sterfgeval werd opgehaald. Omdat De Buurt toen al meer dan 400 gezinnen/huishouden telde, was dit bijna niet meer te doen. Vandaar dat men vanaf 2002 niet meer bij elk sterfgeval in De Buurt bij de leden langs gaat, maar één keer per jaar een bedrag van gemiddeld 15 euro via automatische incasso van de leden ontvangt.
Dit bedrag is afhankelijk van het aantal sterfgevallen in De Buurt in het jaar voorafgaand aan de incasso. Zo kan het gebeuren dat er het ene jaar 17 euro wordt geïncasseerd, terwijl het voldgende jaar kan worden volstaan met 13 euro.
Ook de uitkering die een gezin/huishouden ontvangt wanneer er iemand is komen te overlijden gaat via de bank en wordt binnen enkele dagen na het melden van het sterfgeval overgemaakt.

Echte naoberhulp is in deze tijd nauwelijks meer van toepassing. Het bedrag dat wordt uitgekeerd bij een sterfgeval is echter nog steeds bedoeld om de eerste, vaak onverwachte kosten waarmee men na een sterfgeval wordt geconfronteerd, op te vangen. Zo wordt een oude traditie op moderne wijze voortgezet.

Meer informatie over De Buurt vindt u elders op deze website. Zie hiervoor het menu aan de linkerzijde.